Onderstaande tekst is een samenvatting van een aantal artikelen (in het Frans)
waarin de relaties tussen de families welke ingeschreven waren in het geslacht
Serhuyghs rond 1376 beschreven zijn. Het betreft een opsomming van de families
die tot het geslacht Serhuyghs behoren
en een korte genealogie van
dit geslacht. Uit deze teksten is het duidelijk dat de familie Meerte sterke
banden had met de families Clutinc, Eggloy, Pipenpoy e.a., allen lid van het geslacht t'Serhughs. Ook een groot aantal leden van de Meerte familie zijn ingescheven in het geslacht t'Serhuygs. Om ingeschreven te worden moest aan aan aantal voorwaarden voldaan worden, met name ten aanzien van de afstamming.
Het geslacht Serhuyghs
stamt waarschijnlijk als Serhugeskints geschlechte via Sir Hughes van het franse
koningshuis Capetiens. Daarnaast zijn citaten
van Lindemans uit "Eigen Schoon en de Brabander" (van rond 1935) gebruikt. De kwartiesstaat van Karel de Grote in the Vlaamse adel laat de relaties zien.
De familie naam van Clutinc wordt ook geschreven als Clutincke, Hugues Clutinc, Clonet, Clut, Cloet(?, WLM)). For more information also look here. | |||
Stamvader Jan Clutinc, geboren rond 1020 zoon van Hugues II (Magnus) van Frankrijk. Hugues is een zoon van Robert II (de Vrome) van Frankrijk (996-1031) en Constance van Arles | |||
Oudste gevonden vermelding Heer Reynier Clutinc, geheeten Zegeler (o voor 1060, WLM) | |||
1138 | Gossein Clutinc schepen van Brussel in 1138, door besluit van Hertog Lotharius Godefroid I | ||
1145
|
Eenen Gocelin Clutinc, vermeld in 1145, maakt deel uit
van het gezelschap van Godefroid III, dezelfde nam in 1154 deel aan
een vergadering van vrije mannen en ministarielen
Hij verkocht vastgoed te Oekerzeel. In 1186 is diezelfde Gocelin Clutinc getuige bij de acte geschreven door de hertog, ten voordele van de st. Michieslabdij te Antwerpen. Hij staat er zelf vermeld voor "villicus" uit Leuven en "de seabrini" uit Antwerpen |
||
1173
|
Eenen Clutinc is schepen van Brussel, waarschijnlijk Hugo Clutinc Meerte (WLM)
|
||
1173
|
1173 en 1207 eenen Hugues Clutinc is schepen van Brussel
|
||
eenen Meerte werd geheeten Clutinc (Hugo Clutinc Meerte, WLM) | |||
12e eeuw
|
In de 12e eeuw is er een melding van een Clutinc de Coudenberg | ||
De Meerte's, Clutincs, Eggloy's en Pipenpoy's stammen rechtstreekse af van Robert II (de Vrome) van Frankrijk (996-1031) van het koningshuis Capetiens | .|||
Binnen het geslacht Serhuyghs waren de families Clutinc, Coudenberg, Pipenpoy, Meerte, Huldenberge, Herthuys, Eggloy, Cassaert, Taye, Menne, Bogaerde, Sire Jacob verbonden | |||
1215
|
Chevalier Walterus Clutinc (1190-1264) x Heilervide de Nova Doma, geheten uten Nieuwenhuyse, was schepen van Brussel in 1215 en 1220. Hij was benoemd door Hertog Godefroid III | ||
Gauthier (Walterus) Clutinc werd vermeld in een acte van Hertog Godefroid - de Louvain. Hij maakte deel uit van de Brabantse hofhouding en hield zich bezig met belangrijke functies, zoals die van amtenaar belast met het toezicht op het koningshuis | |||
Helwige Clutinc dochter van ridder Gauthier Clutinc was directrice van het hospice Ternarken | |||
1223
|
Gauthier (Walterus) Clutinc werd ridder in 1223, en in de adel opgenomen in 1251 | ||
1204
|
De Clutinc's kregen belangrijke posten van de Hertogen Henri I, Henri II en Henri III van 1204 tot 1255 | ||
1251
|
Een Clutinc was oprichter van de vrijstad Merchtem in opdracht van Hertog Henri III | ||
Henricus Clutine Meerte schepen te Brussel tussen 1242-48. Dergelijke functies waren tot dan toe gereserveerd voor het patriciaat en een grote bijzonderheid voor een drager van de naam Meerte in het Brussel van die tijd. Volgens Lindemans "Eigen Schoon en de Brabander (1935)": schepen van Brussel 1244, 1245, 1247, 1249, 1260, 1262, 1265. Hendric was de vader van de hieronder vermelde Joannes Meerte. De stamboom van Hendric vinden we hier. | |||
1263
|
Hendric Meerte, Geheeten Clutinc was schepen van Brussel in 1263 en 1264. Hij was vertegenwoordigd in het geslacht Clutinc | ||
Joannes Meerte, geheeten Clutinc was schepen van Brussel | |||
1275
|
de Meerte nemen voor het eerst in hun wapen de de afgesneden lelie op van het geslacht Clutinc | ||
Wapen Jan Meerte 1275
|
|||
1227
|
Wilhelmus Pipenpoy werd geheeten Clutinc, schepen van Brussel in 1227 en 1230 | ||
1300
|
Willem uten Nieuwnhuyse werd geheeten Clutinc | ||
1302
|
Renier Mennen werd geheeten Clutinc | ||
1303
|
Jan
Clutinc x Maria Mennen Later zijn Mennen gehuwd met Meerte's |
||
Het geslacht Clutinc had een steen op de Blindenberg te Brussel | |||
uten Nieuwenhuyse geheten Clutinc waren eigenaar van hotel in de Violetstraat te Brussel | |||
Families die erfden van de Clutincs waren: Meerte, van de Noot, van Bogaerden, Nacke. Als tweede de families Mettenschrichte, Storm, Schimmelpenninck | |||
1306
|
in 1306 werden voor de eerste maal de geslachten geteld | ||
1306
|
vermelding in een acte van de Hertog van Brabant het geslacht s'Huygeskinds of Ser Huyhes | ||
14e eeuw
|
In de 14e eeuw vermelden geschriften samen de families s'Huygenskinds geschlechte en 't Serhuugskints. Dit zijn waarschijnlijk afstammelingen van Sir Hugues | ||
In de 14e eeuw, zeker voor 1370, zijn de Clutincs en de Serhuygskinds in twee geslachten gescheiden en vermeld. Het geslacht Serhuygs is nergens vermeld voor de 14e eeuw. | |||
Jan Meerte (Jan I van Carlo) uit de lijn Ser Huijs, schepen van Brussel in 1430-31 en 1435-39. Jan Meerte is een directe afstammeling van Joannes Meerte vermeld boven (1275). Jan trouwt met Cathelijne van Carloo en wordt daarmee Heer van Carloo (Jan I) | |||
Jan Meerte Hennen
van Merchtene, schepen te Brussel 1441-42 en 1454, seigneur de Carloo,
Jan Meerte II. Jan II is gehuwd met Machteld van der Heijden
|
|||
1463-1481
|
Margriet Meerte krijgt samen met haar echtgenoot Peeter van den Heetvelde het beheer (releve) over de seigneurie de Carloo (7-8 december 1463), seigneur de Carloo 1463-1481 | ||
Tekst: Leo Meerts en Jean Joseph Meerts.